Amerikaans octrooi

[li] 4, lll9027

[45] 5 september 1978

Bodem

[54]ELEKTROMAGNETISCHE APPARATUUR

[76] Uitvinder:Alan Stuart Bottomly,Koninginnestraat 69,

Sandy Bay, Tasmanië, 7005,

Australië

[21] Toep.Nee.:657»243

[22] Gearchiveerd:11 februari 1976

[30]Prioriteitsgegevens voor buitenlandse aanvragen

12 februari 1975 [AU] Australië PC0564

20 oktober 1975 [AU] Australië PC3629

[51] Int.Kl.2

B21D 11/04

[52] VS Kl

72/320; 72/457

[58] Zoekveld

72/319, 320, 321, 457,

72/461;269/8;29/GRAAF.95, GRAAF.105

[56]

Referenties aangehaald

AMERIKAANSE OCTROOIDOCUMENTEN

1.595.691 8/1926 Simmons ..

269/8 X

2.302.958 11/1942 Jensen......

72/319

2.429.387 10/1947 Buchheim

72/461

3.439.416 4/1969 Yando ……

269/8 X

3.855.840 12/1974 Kawano ...

72/418

Primaire examinator— Leon Gilden

Advocaat, agent of firma— Murray en Whisenhunt

[57]ABSTRACT

De uitvinding voorziet in een gereedschap dat speciaal is aangepast voor het bewerken van metaal.Het gereedschap omvat een elektromagnetische spoel, een pool die is aangepast om te worden gemagnetiseerd door de spoel, en een werkoppervlak dat zwenkbaar is ten opzichte van de pool en dat in gebruik werkzaam is om buigkracht uit te oefenen op een werkstuk dat door magnetische kracht aan de pool wordt vastgehouden.

Er kunnen houders worden aangebracht om naar de paal te worden getrokken om het werkstuk vast te houden.Een houder kan zijn voorzien van een snijblad of pons.

Het werkoppervlak kan deel uitmaken van een lichaam dat, wanneer het vanuit een ruststand wordt bewogen, ervoor zorgt dat de spoel wordt bekrachtigd en dat door magnetische kracht wordt teruggedrongen naar die ruststand om de spoel te ontkrachtigen.

Het lichaam is bij voorkeur met de paal verbonden door een scharnier dat niet boven een vlak uitsteekt om het buigen van metaal op geen enkele manier te belemmeren.

Een stuk gereedschap kan zich magnetisch vastklemmen aan een werkbank.

Het gereedschap kan een elektrisch circuit hebben dat gelijkstroom kan produceren voor magnetisch vasthouden of wisselstroom, zodat het gereedschap kan worden gebruikt als demagnetiseerder.

18 claims, 10 tekeningen

 

 

wps_doc_0

4

3

wps_doc_2
wps_doc_3
wps_doc_4
wps_doc_5
wps_doc_6

Amerikaans octrooi

5 september 1978

Blad 4 van 4

4.111.027

wps_doc_1

ELEKTROMAGNETISCHE APPARATUUR

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

GEBIED VAN DE UITVINDING

Deze uitvinding heeft betrekking op elektromagnetische apparaten.In een bijzonder aspect heeft deze uitvinding betrekking op een gereedschap.In een meer bijzonder aspect heeft deze uitvinding betrekking op een werktuig dat kan worden gebruikt voor het buigen, vouwen en vormen van plaatmateriaal en dat, indien geschikt gewijzigd, kan worden gebruikt voor het snijden en ponsen van plaatmateriaal.

De uitvinding vindt in het bijzonder toepassing bij het buigen, vouwen en vormen van plaatmetaal zoals zacht staal, aluminium, roestvrij staal, zinkplaat en gegalvaniseerd ijzer, maar het gebruik ervan is niet daartoe beperkt.

geplaatst in die uitsparing en waarbij met dat lichaam in die positie in wezen geen enkel deel van de paal, dat lid of dat lichaam aan één zijde van dat vlak uitsteekt.Met de meeste voorkeur is er een scharnierpen die wordt gedragen door de paal en 5 een halfronde convexiteit heeft dwars op de genoemde as en is opgenomen in een uitsparing in het genoemde deel met een halfronde concave vorm en waarin in wezen geen enkel deel van de genoemde pen uitsteekt aan de genoemde ene zijde. van genoemd vliegtuig.Het gereedschap kan een aantal van dergelijke scharnieren bevatten en dat is het ook

Het is wenselijk dat ten minste één van de genoemde scharnieren op afstand van de uiteinden van het genoemde lichaam is geplaatst, zodat belastingen daar gelijkmatiger over worden verdeeld.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van niet-beperkende voorbeelden met behulp van de bijgaande15tekeningen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Deze uitvinding voorziet in een gereedschap bestaande uit een elektromagnetische spoel, een pool die is aangepast om te worden gemagnetiseerd door de spoel, en een werkoppervlak dat kan draaien ten opzichte van de20 paal en werkzaam in gebruik om buigkracht uit te oefenen op een werkstuk dat door magnetische kracht aan de paal wordt vastgehouden.

BESCHRIJVING VAN VOORKEURSASPECTEN

Het gereedschap bevat bij voorkeur een houder die is aangepast om naar de paal te worden aangetrokken wanneer de paal wordt gemagnetiseerd en om het werkstuk daartussen te houden.In het algemeen zal een aantal van dergelijke houders worden gebruikt en deze zullen van verschillende grootte en/of vorm zijn.

In een voorkeursuitvoering omvat het gereedschap schakelmiddelen 30 en is het werkoppervlak een oppervlak van een lichaam dat zwenkbaar is ten opzichte van de paal vanuit een eerste stand waarin de schakelmiddelen worden bediend om de spoel spanningsvrij te maken naar een tweede stand. waarin het schakelmiddel wordt bediend om de spoel te bekrachtigen.In dit laatste verdient het de voorkeur dat het genoemde lichaam bestaat uit een ferromagnetisch materiaal en is gemonteerd op de pool, waardoor het wordt voorgespannen op het bekrachtigen van de spoel vanuit de tweede positie naar de genoemde eerste positie.

Het verdient ook de voorkeur dat de paal een vlak oppervlak omvat met een rand en waarbij het werkoppervlak vlak is en is aangepast om te draaien om een ​​as die althans in hoofdzaak samenvalt met die rand.

Desgewenst kan de houder zijn voorzien van middelen die zijn aangepast om het werkstuk te penetreren bij aantrekking van de houder tot de paal.Dat betekent dat het een snijkant kan zijn of een klap kan zijn.In het geval van een pons kan het passend zijn dat het gereedschap ook een vrouwelijke matrijs bevat om samen te werken met de pons.

Het gereedschap heeft bij voorkeur elektrische middelen waaronder een gelijkrichter die geschikt is om gelijkstroom aan de spoel te leveren en verder schakelmiddelen die in gebruik zijn aangepast om de spoel naar keuze te verbinden met de gelijkrichter of met een wisselstroomvoeding.

De tool kan in combinatie zijn met een ondersteuning voor de 55-tool;waarbij de steun bestaat uit een ferromagnetisch materiaal waaraan het gereedschap zich kan hechten door magnetische aantrekking daaraan.

In een bijzonder geprefereerd geval omvat de paal een vlak oppervlak met een rand, het werkoppervlak is een vlak oppervlak van een lichaam dat, in één stand van dat lichaam, althans nagenoeg in hetzelfde vlak ligt als het eerstgenoemde vlakke oppervlak. , genoemd lichaam kan worden gezwenkt om een ​​as die althans in hoofdzaak samenvalt met genoemde rand door middel van een scharnier dat een uitsparing in genoemde paal omvat met een halfronde concave vorm dwars op genoemde as en een door genoemd lichaam gedragen element met een halve -cirkelvormige convexiteit dwars op genoemde as en re-

KORTE BESCHRIJVING VAN DE STANDPUNTEN VAN DE
TEKENINGEN

AFB.1 is een perspectivisch aanzicht van een gereedschap volgens de uitvinding.

AFB.2 is een dwarsdoorsnede langs lijn II-II in Fig.1,

AFB.3 is een schuine projectie van een deel van het gereedschap,

AFB.4 is een perspectivisch aanzicht dat een modificatie toont,

AFB.5 is een perspectivisch aanzicht dat een inrichting toont voor gebruik met het gereedschap,

AFB.6 is een eindaanzicht van het gereedschap en toont de inrichting van Fig.5 in gebruik,

AFB.7 is een perspectivisch aanzicht dat een andere inrichting toont voor gebruik met het gereedschap.

AFB.8 is een schematisch diagram van het elektrische circuit van het gereedschap, en

AFB.9 is een perspectivisch aanzicht van twee van de gereedschappen met de uiteinden tegen elkaar uitgelijnd, en

AFB.10 is een bovenaanzicht van de uitgelijnde gereedschappen van FIG.9.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Het gereedschap getoond in FIG.1-3 omvat een langgerekte elektromagneet algemeen aangeduid met 1 en een lichaam algemeen aangeduid met 2 dat ten opzichte van de elektromagneet 1 zwenkbaar is om een ​​as 3.

De elektromagneet 1 omvat een achterpool 6 en een voorpool 7, beide van ferromagnetisch materiaal.De elektromagneet 1 omvat verder een afstandstuk 8 van niet-magnetisch materiaal zoals aluminium, een spoel 9, een kern 11, een spoeldeksel 12 en einddeksels 14. Deze deksels worden bij voorkeur bevestigd met schroeven (niet getoond).De kern 11 is ook gemaakt van ferromagnetisch materiaal en de spoel 9 is gemaakt door draad, zoals 22 gauge koperdraad, te wikkelen tot een algemeen ovale vorm die zich rond de kern bevindt.

11.

De polen 6 en 7 en kern 11 zijn handig bevestigd door bouten (niet getoond) en dit zal ook dienen om de spoel 9 vast te houden.

Het heeft de voorkeur om als het ferromagnetische materiaal een materiaal te gebruiken met een hoge verzadigingsmagnetisatie, zoals ijzer.

De elektromagneet 1 omvat verder een elektrisch apparaat bestaande uit een netvoedingskabel 16 die is verbonden met het elektrische circuit van de elektromagneet voor het leveren van AC-hoofdstroom.

Het elektrische circuit wordt getoond in FIG.8 en er moet worden opgemerkt dat de netvoedingskabel is aangesloten op de actieve "A", neutrale "N" en aarde (massa)UE**-aansluitingen daarvan.

Het elektrische circuit omvat een enkelpolige schakelaar 17 die naar keuze kan worden geschakeld naar klemmen 18 of 19, een gelijkrichter 21, een dubbelpolige schakelaar 22 die kan worden geselecteerd

omschakelbaar naar klem 23 en 24 of 26 en 27 en de spoel 9.

Wanneer schakelaar 17 wordt omgeschakeld naar respectievelijk klemmen 18 of 19, zal stroom of geen stroom naar gelijkrichter 21 vloeien en mits schakelaar 22 wordt geschakeld naar 5 klemmen 23 en 24, zal spoel 9 gelijkstroombekrachtigd zijn en zal ervoor zorgen dat de polen 6 en 7 worden gemagnetiseerd om ferromagnetische objecten daarnaar aan te trekken.

Wanneer de schakelaar 22 wordt geschakeld naar de klemmen 26 en 27, worden de gelijkrichter 21 en schakelaar 17 overbrugd en wordt spoel 9 AC bekrachtigd en kan de elektromagneet 1 worden gebruikt als demagnetiseerder voor gereedschappen of andere voorwerpen.

Het elektrische apparaat is op elke geschikte plaats in de elektromagneet ondergebracht, bijvoorbeeld achter een van de einddeksels 14. Elektrische aansluitingen van de 15 schakelaars 17 en 22tspoel 9 en geleider 16, en de gelijkrichter 21 zijn niet weergegeven in FIG.1-3.

De schakelaar 22 is voorzien van een tuimelbediening 31 die bij voorkeur uitsteekt vanaf de paal 7 onder het lichaam 2 zoals getoond in FIG.2 en de schakelaar 17 is voorzien van een lineair heen en weer beweegbare bediening 32 die bij voorkeur uitsteekt vanaf de paal 7 in het gebied van het lichaam 2 zoals getoond in FIG.2. De bediener 31 is met de hand bedienbaar en de bediener 32 is bedienbaar zoals hieronder beschreven.25

Opgemerkt wordt dat de elektromagneet 1 een vlak bovenoppervlak 33 heeft en dat de rand 34 van de pool 7 in hoofdzaak samenvalt met de as 3.

De elektromagneet 1 is op geschikte wijze op een werkbank gemonteerd door middel van bouten (niet weergegeven) die door de 30 polen 6 en 7 en de kern 11 zijn gestoken en kan zo worden gemonteerd dat hij in één lijn ligt met het bovenoppervlak van een werkbank 36, zoals in fig. 4 is weergegeven.6.

Aangezien de elektromagneet 1 echter sterke magnetische aantrekkingskrachten zal uitoefenen, kan hij van de ene plaats naar de andere worden verplaatst en kan hij zich magnetisch hechten aan een steun.In dit verband wordt verwezen naar Fig.2 waar een steun 37 een ferromagnetische beugel 38 daaraan bevestigd heeft.De elektromagneet kan zich magnetisch hechten aan die beugel 38 maar ter ondersteuning, 40 in het bijzonder wanneer de spoel 9 van de elektromagneet niet door gelijkstroom wordt bekrachtigd, omvat de beugel 38 een gedeelte 39 dat in staat is om de elektromagneet van onderaf te ondersteunen.

Het lichaam 2 omvat een buigbalk 41 met een vlak bovenoppervlak 45, een afdekstrip 42 die is bevestigd 45 aan de balk 41 door middel van schroeven (niet getoond) en een handgreep 43. De handgreep 43 is scharnierend bevestigd aan de balk 41 door middel van een bout. 44 en juk 46 en doorn 47. Het handvat 43 is draaibaar gemaakt ten opzichte van de balk 41 zodat het evenwijdig daaraan kan worden gelegd zodat het gereedschap in een compacte opgevouwen toestand is voor opslag of transport.

De balk 2 is aan de paal 7 bevestigd door middel van scharnieren 51. Die scharnieren 51 zijn van een bijzondere constructie zodat de oppervlakken 33 en 45 in hoofdzaak in één vlak liggen in één stand van het lichaam 2 (de stand 55 weergegeven in de figuren 1 en 2), zodat in die ene stand geen enkel deel van de scharnieren 51 boven dat vlak uitsteekt en zodat de scharnieras 3 in hoofdzaak in dat vlak ligt en in hoofdzaak samenvalt met de rand 34 en ook rand 48 van balk 41. 60

De scharnieren 51 bevatten ook uitsparingen 56 voor het opnemen van de uiteinden van de pen 53 en het moet worden opgemerkt dat het voor het beste effect de voorkeur heeft dat de uiteinden van de pen 53 in die uitsparingen 56 aan de paal 7 worden vastgezet door lassen of door enige andere techniek. geschikte middelen zoals schroeven.65

De cups 52 hebben halfcilindrische concave oppervlakken 57 voor het opnemen van de halfcilindrische convexe oppervlakken 58 van de schalen 54. De schalen 54 hebben halfcilindrische concave oppervlakken 59 voor samenwerking met het halfcilindrische convexe oppervlak 61 van de pennen 53 .

Zo omvatten de scharnieren 51 radiaal elk de kom 52, de vlakken 57 en 58, de schaal 54, de vlakken 59 en 61 en de pen 53.

In de lengterichting maken de scharnieren 51 elk deel uit van de kom 52sschaal 54 en het andere deel van kom 52 en het dient in het bijzonder te worden opgemerkt dat delen van de kommen 52 en schalen 54 elkaar kunnen afwisselen langs de gehele lengte van paal 7 en balk 41 of kunnen afwisselen en zich over een grotere lengte uitstrekken dan in figuur 1 is weergegeven.3.

De elektromagneet 1 en het lichaam 2 zullen normaliter worden gebruikt met een houder en de houders 71-77 worden getoond in FIG.1. De houders zijn allemaal gemaakt van ferromagnetisch materiaal, zijn over het algemeen rechthoekig en hebben een schuin oppervlak zoals oppervlak 81.

Verder dient te worden opgemerkt dat in de stand getoond in FIG.1 en 2 zorgt het lichaam 2 ervoor dat de bediener 32 van schakelaar 17 wordt ingedrukt zodat schakelaar 17 wordt geschakeld naar klem 19 maar dat bij zwenken van lichaam 2 om as 3 de bediener 32 wordt losgelaten zodat schakelaar 17 wordt omgeschakeld naar klem 18. Verder is de balk 41 gemaakt van ferromagnetisch materiaal, zodat wanneer de spoel 9 door gelijkstroom wordt bekrachtigd, deze magnetisch naar die positie zal worden voorgespannen om bedieningsorgaan 32 in te drukken en zo de spoel 9 te deactiveren.

Om het gereedschap als metaalbuiger te gebruiken, wordt een metalen plaat op de oppervlakken 33 en 45 geplaatst, vervolgens wordt een houder van geschikte lengte geselecteerd en bovenop de plaat geplaatst, zodat de rand, zoals de rand 82, wordt op een lijn op de plaat waarop gebogen moet worden en in het verlengde van as 3.

De schakelaar 22 wordt geschakeld naar de klemmen 23 en 24 als deze nog niet in die toestand is en de hendel 43 wordt bewogen om de balk 41 in de richting van pijl 83 te draaien. Beweging van de balk 41 zal operator 32 vrijgeven, de spoel 9 zal worden Gelijkstroom bekrachtigd en zal in ieder geval de keeper naar de polen 6 en 7 trekken en het vel zal stevig worden vastgehouden aan de elektromagneet 1. De bocht wordt vervolgens gemaakt door de balk 41 over de gewenste hoek te draaien en de balk wordt vervolgens teruggebracht naar de positie getoond in FIG.£ en 2 om spoel 9 spanningsloos te maken.

Vervolgens kan de plaat desgewenst worden verplaatst en kunnen verdere buigingen worden gemaakt.

In AFB.1 is een van de houders 71 weergegeven op de elektromagneet en is ook een metalen plaat 84 weergegeven die bij 86 en 87 is gebogen.

Om het gereedschap als demagnetiseerder te gebruiken, wordt schakelaar 22 geschakeld naar klemmen 26 en 27,

Het hierboven beschreven gereedschap heeft vele voordelen, waaronder dat kokerprofielen eenvoudig uit plaatwerk kunnen worden vervaardigd;de lengte van de vouw is niet beperkt tot de lengte van het gereedschap, aangezien het vel langs het gereedschap kan worden voortbewogen en na elke verplaatsing kan worden gebogen;volledig gesloten secties kunnen worden gevormd uit plaat;het gereedschap kan op een werkbank worden gemonteerd zodat het geen tafeloppervlak in beslag neemt en kan zichzelf op elk ferromagnetisch substraat monteren;het gereedschap is gemakkelijk draagbaar te maken, het gereedschap is eenvoudig en snel te gebruiken; er zijn geen aanpassingen nodig om plaats te bieden aan verschillende plaatdiktes;het gereedschap kan worden uitgelijnd met een ander dergelijk gereedschap om de lengte effectief te verdubbelen.Deze uitlijning wordt geïllustreerd in FIG.9 en 10, waarin een paar X, Y van de gereedschappen van de onderhavige uitvinding met de uiteinden zijn uitgelijnd om het werkoppervlak effectief te vermenigvuldigen.Verder zullen de scharnieren 51 buigkrachten opnemen zonder de buiging te hinderen aangezien zij niet boven het genoemde vlak uitsteken.In dit opzicht worden de buigkrachten zowel door de kommen 52 als door de pen 53 opgevangen. In het bijzonder dient te worden opgemerkt dat de scharnieren 51 niet beperkt zijn tot plaatsing aan de uiteinden van de paal 7 en balk 41.

Desgewenst kan de balk 41 losgemaakt worden van de paal 7 door deze 180° te draaien vanuit de positie getoond in FIG.1 en 2.

Een specifieke constructie van het hierboven beschreven gereedschap had een lengte van 600 mm, een gewicht van 20 kg.(exclusief houders), een spoel gevormd uit 22 gauge koperdraad en met een gewicht van 2,4 kg, werkte op een 240 volt, enkelfasig, 50 cycli per seconde wisselstroomvoeding en verbruikte met tussenpozen 4 ampère.Die specifieke constructie kon een houdkracht uitoefenen op plaatwerk van zo'n 4 ton.

Aan de hierboven beschreven tool kunnen wijzigingen en aanpassingen worden aangebracht.

In een modificatie of aanpassing getoond in FIG.4 zijn de scharnieren 51 vervangen door scharnieren 151 die bestaan ​​uit kopjes 152 in de paal 7 en een pm 153 die deel uitmaakt van de balk 41. Die constructie werkt goed maar wordt niet zo goed geacht als scharnieren 51, evenals cups 52 neemt krachten op van schaal 54, pin 53 neemt ook krachten op van schaal 54. Bovendien is pin 153 afhankelijk van buigkrachten om hem in cup 152 te houden.

In een andere modificatie of aanpassing getoond in FIG.5 en 6 is een houder 78 voorzien van tapgaten 91 waarmee een plaat 92 met een snijrand 93 via schroeven 94 aan de houder 78 kan worden bevestigd. Voor het gebruik van de houder 78 en plaat 92 wordt het lichaam 2 verwijderd en de rand 93 kan worden gebruikt om een ​​vel 95 af te knippen zoals getoond in FIG.6.

Een alternatief voor plaat 92 is plaat 96 voorzien van een pons 97 en deze plaat 96 kan op soortgelijke wijze worden gemonteerd aan houder 78. Om het ponsen te vergemakkelijken verdient het de voorkeur dat in paal 7 een boring 98 wordt aangebracht (zie figuur 3).

In het hierboven beschreven gereedschap is weergegeven dat de scharnieren 51 delen hebben die een geheel vormen met paal 7 en balk 41, maar in de praktijk zijn de scharnieren bij voorkeur afzonderlijk geconstrueerde eenheden die worden opgenomen en vastgezet in uitsparingen in paal 7 en balk 41.

Andere modificaties en aanpassingen kunnen worden aangebracht.Er kan bijvoorbeeld een plaat met een snijrand zijn aangebracht om aan paal 7 te worden bevestigd om samen te werken met snijrand 93. De balk 41 kan middelen hebben voor het monteren van een matrijs, zoals een uitsparing daarin voor het opnemen van een matrijs, aangepast om samen te werken met een matrijs. werken met houders met een complementaire vorm.Evenzo kan de paal 7 middelen hebben voor het monteren van een matrijs, zoals een uitsparing daarin voor het opnemen van een matrijs, aangepast om samen te werken met houders met een complementaire vorm of met een matrijs met een complementaire vorm die aan de balk 41 is bevestigd.

Desgewenst kunnen één of meer van de houders gegroefd zijn op één oppervlak om het plaatsen van de stang of strip daaronder te vergemakkelijken.

De claims maken deel uit van de openbaarmaking van deze specificatie.

Ik eis :

1. Gereedschap voor het buigen van werkstukken bestaande uit:

een elektromagnetische spoel;

een pool die is aangepast om te worden gemagnetiseerd door de spoel en gedeeltelijk functioneert als een steunoppervlak voor het werkstuk;

een ferromagnetische houder met een rand of oppervlak waartegen een werkstuk kan worden gevormd, en aangepast om in een werkpositie te worden gehouden, in directe tegenspraak met buig- of vormkrachten, volledig door magnetische kracht die voortkomt uit een magnetische flux die wordt geproduceerd bij bekrachtiging van de spoel en een werkoppervlak dat zwenkbaar is ten opzichte van de paal om het vlak van het werkoppervlak ten minste in hoofdzaak in hetzelfde vlak te plaatsen als het steunvlak van de paal, waarbij in wezen geen enkel deel van de paal of het werkoppervlak uitsteekt op één zijde van hetzelfde vlak, en werkzaam in gebruik om buigkracht uit te oefenen op het werkstuk.

2. Gereedschap volgens conclusie 1 en voorzien van een aantal van dergelijke houders van verschillende grootte en/of vorm.
3. Gereedschap volgens conclusie 1 en omvattende schakelmiddelen en waarbij het werkoppervlakmiddel een oppervlak van een lichaam is dat zwenkbaar is ten opzichte van de paal vanuit een eerste stand waarin schakelmiddelen worden bediend om de spoel spanningsloos te maken. naar een tweede stand waarin het schakelmiddel wordt bediend om de spoel te bekrachtigen.
4. Gereedschap volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het lichaam bestaat uit een ferromagnetisch materiaal en is gemonteerd op de pool, waardoor het wordt voorgespannen op de bekrachtiging van de spoel vanuit de tweede positie naar de eerste positie.
5. Gereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de steel een vlak oppervlak met een rand omvat en waarbij het werkoppervlak vlak is en geschikt is om te draaien om een ​​as die althans in hoofdzaak samenvalt met die rand.
6. Gereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van middelen die zijn aangepast om het werkstuk binnen te dringen bij aantrekking van de houder tot de paal.
7. Gereedschap volgens conclusie 1, gekenmerkt door elektrische middelen, waaronder een gelijkrichter die is aangepast om gelijkstroom aan de spoel te leveren en verder schakelmiddelen die in gebruik zijn aangepast om de spoel naar keuze te verbinden met de gelijkrichter of met een wisselstroomvoeding.
8. Gereedschap volgens conclusie 1 en in combinatie met een steun voor het gereedschap;waarbij de steun bestaat uit een ferromagnetisch materiaal waaraan het gereedschap zich kan hechten door magnetische aantrekking daaraan.
9. Gereedschap volgens conclusie 1, waarbij de paal een vlak oppervlak met een rand omvat, het werkoppervlakmiddel een vlak oppervlak is van een lichaam dat, in een stand van dat lichaam, althans nagenoeg in hetzelfde vlak ligt als het eerstgenoemde vlakke oppervlak, dat lichaam zwenkbaar is om een ​​as die althans nagenoeg samenvalt met die rand door middel van een scharnier bestaande uit een uitsparing in die paal met een halfronde concave vorm dwars op die as en een element dat wordt gedragen doordat het genoemde lichaam een ​​halfronde convexiteit heeft dwars op de genoemde as en is opgenomen in de genoemde uitsparing en waarbij met het genoemde lichaam in de genoemde positie nagenoeg geen deel van de paal, het genoemde orgaan of het genoemde lichaam aan één zijde van het genoemde vlak uitsteekt.
10. Gereedschap volgens conclusie 9 en voorzien van een aantal van dergelijke scharnieren.

11. Gereedschap volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat ten minste één van de scharnieren op afstand is geplaatst van de einden van het lichaam.

12. Gereedschap volgens conclusie 9, en voorzien van een scharnierpen gedragen door de paal en met een halfronde convexiteit dwars op de as en opgenomen in een uitsparing in het orgaan met een halfronde concave vorm en waarin in hoofdzaak geen een deel van die pen steekt uit aan die ene kant van dat vlak.

13. Gereedschap volgens conclusie 12, gekenmerkt door een aantal van dergelijke scharnieren en waarbij ten minste één van de scharnieren op afstand van de einden van het lichaam is geplaatst.

14. Gereedschap voor het buigen van werkstukken, omvattende magnetiseerbare poolmiddelen voor het ondersteunen van ten minste een deel

van genoemd werkstuk;

elektromagnetische spoelmiddelen voor het magnetiseren van genoemde poolmiddelen;

werkoppervlakmiddelen, draaibaar ten opzichte van de poolmiddelen, voor het uitoefenen van buigkracht op een werkstuk dat geheel door magnetische kracht op de poolmiddelen wordt gehouden;en

ferromagnetische vasthoudmiddelen, met een gebied waartegen een werkstuk kan worden gevormd, voor het magnetisch vasthouden van het werkstuk op de poolmiddelen in directe tegenpositie van de buigkrachten die door de werkoppervlakmiddelen op het werkstuk worden uitgeoefend.

15. Gereedschap volgens conclusie 14, waarbij het genoemde gebied een rand is van het genoemde vasthoudmiddel.

16.Een gereedschap voor het buigen van werkstukken, bestaande uit

een paalmiddel omvattende een eerste vlak oppervlak dat gedeeltelijk wordt bepaald door randen;

werkoppervlakmiddelen met een tweede vlak oppervlak en zwenkbaar van een eerste positie naar een tweede positie rond een as die althans nagenoeg samenvalt met de genoemde rand, waarbij het genoemde tweede vlakke oppervlak althans nagenoeg in hetzelfde vlak ligt als het genoemde eerste vlakke oppervlak wanneer het genoemde werkoppervlak oppervlaktemiddel zich in de eerste positie bevindt, waarbij in wezen geen enkel deel van het paalmiddel of het werkoppervlak uitsteekt

aan een zijde van het vlak, en werkoppervlakmiddelen die buigkracht uitoefenen op een werkstuk op de poolmiddelen en de werkoppervlakmiddelen wanneer het werkoppervlakmiddelen van de eerste positie naar de tweede positie worden verplaatst;

ferromagnetische houdermiddelen, met een rand of oppervlak waartegen een werkstuk kan worden gevormd;en

magnetiseringsmiddelen voor het magnetiseren van de poolmiddelen om het werkstuk en de vasthoudmiddelen magnetisch aan de poolmiddelen vast te houden, geheel door magnetische kracht in directe tegenstelling tot de buigkrachten die door de werkoppervlakmiddelen op het werkstuk worden uitgeoefend.

17. Hulpmiddel van conclusie 16fwaarbij geen enkel deel van het gereedschap behalve het vasthoudmiddel zich boven het eerste vlakke oppervlak bevindt wanneer het werkoppervlak zich in de eerste positie bevindt.

18.Gereedschap volgens conclusie 17, waarbij een veelvoud van genoemde gereedschappen met de uiteinden tegen elkaar kunnen worden uitgelijnd om het werkoppervlak effectief te vermenigvuldigen.


Posttijd: okt-11-2022